De berg

Op 1500 meter hoogte belandden we in een dikke wolk, het regende pijpenstelen. Gaan we door of keren we om, terug naar het vertrekpunt op 900 m? We kozen ervoor om de regen er uit te lopen, door de wolk heen. De top lag immers op 2407 meter. En ja hoor, na een minuut of 10 klimmen werd het droger. De druppels hielden op. De bomen ook trouwens, en gingen over in stenen, gras en lage kruipers. Onze schoenen werden zeiknat. De mist bleef hangen, het zicht was soms niet meer dan 25 meter. De stilte was tastbaar, geluid kaatste niet meer terug. Een enkel vogeltje tsjirpte verdwaasd. Niets bewoog. Iets ademde.

En toen brak het open. Een wolk reet uiteen, een flard zon verwarmde ons gezicht dat straalde van oor tot oor. We zagen een reep kust, de Golf van Laconië, de vlakte van Sparta. We sprongen in het rond, gaven een high five. Euforie, zoals de oude Grieken het bedoelden: welbehagen, welzijn, de last die makkelijk wordt gedragen. We trokken verder, de wolken sloten zich weer, af en toe knipoogde de zon.

Op de top van de Profitis Ilias, in het zuiden van de Peloponnesos, troffen we een kerkje aan. Zonder dak. Alleen een nis was beschut, daar lagen verschillende beeltenissen van Griekse heiligen. Boris en ik plaatsten er nog een tussen. Pepijn bevindt zich nu op hoogte.

De bovenste twee steentjes op deze stoepa zijn voor Pepijn

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *