Desem

Al schrijvend kruip ik in het niemandsland dat voor ieder van ons ooit zo bekend zal zijn. Deze allemansvriend heeft een vreemd voorkomen. Het is geen hij, geen zij, als ‘het’ een paspoort zou hebben zou er ook geen non-binair in staan. Qua sexe overstijgt en includeert het alle opties. Het zou niet eens een paspoort hoeven hebben, zo bekend is ‘hij’. Overschrijdt alle grenzen moeiteloos, het is de migrant op een bootje op de Middellandse Zee, de vluchteling in het woud tussen Belarus en Polen, de Palestijn die het checkpoint naar Jeruzalem doorgaat. De hoogzwangere journaliste, die in Kabul mag bevallen van de Taliban, maar dat liever in haar eigen Nieuw-Zeeland doet, daar niet welkom is, en uiteindelijk toch. De vrouw die het glazen plafond doorstapt.

Desem. Hoe langer ik er over nadenk, hoe meer ik vermoed dat de dood de kwaliteiten van desem heeft. Het doordringt alles, het doet rijzen. Haar aanwezigheid zorgt voor extra pit en groeikracht. Het zit in alles, en toch is het ongrijpbaar zo gauw je het probeert te isoleren. Het ontsnapt op het moment dat je denkt haar op de staart getrapt te hebben. Hoe goed onze medische voorzieningen ook zijn. Dood is de stille versie van liefde. Het is diep helder gewaar zijn, onbeweeglijk, tijdloos, grenzeloos. Altijd daar en beschikbaar. Onverschrokken. Het is het publiek op de tribune. Het doet niet mee met het spel op het veld, maar zonder haar blik, zonder zijn aanwezigheid, is het spel wat laf. Levenloos eigenlijk. Voetballen zonder toeschouwers is letterlijk doods. Om het te compenseren horen we op de buis nep-stadion geluid. Het maskeert de dood, geeft hem een mondkapje op. Het denkt de dood te zijn, maar is slechts surrogaat. Daarom: geef ons heden onze echte dood. Laat ons sterven aan corona, opdat wij leven.

Vderse desem in een glas. Bron: wikipedia
Desem met brood. Bron: bakinglab

3 gedachten over “Desem

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *