Vertrek

Hij is de enige nog overgeblevene. Ik laat hem los, weet dat het moet. Maar ik wil niet. Ik houd me in met het geven van adviezen. Hoeveel verdraagt een zoon van zijn vader, zonder dat het irritant begint te worden? De middag voor zijn vertrek hang ik een beetje in zijn buurt. Hij wil persé nog even zijn iPhone repareren, het allermoeilijkste onderdeel, de dock connector, alles in het binnenste van de telefoon met er voor los, en hij twijfelt er geen moment twijfel over dat het hem gaat lukken, ook al is het de eerste keer dat hij het doet. Hij heeft er zin in, ‘zo kicken als je zelf je spullen kunt repareren! In de winkel kost het me € 400, nu € 15!’. Het lijkt mij niet zo slim, over vijf uur vertrekt hij voor een skivakantie van een week met zijn studiematen, hij heeft nog niets ingepakt, laat staan gecheckt of alle materiaal in huis en heel is. Ik besluit in zijn plaats wat eten voor onderweg te gaan kopen, zie dat hij het niet gaat redden. En ik had me nog zo voorgenomen om hem zijn eigen boontjes te laten doppen. Maar op zo’n middag als deze doe ik alles voor hem. Ik breng hem weg. Hij mag mijn winterhandschoenen. Mijn reistas. Onvermijdelijk ontdekt hij dat zijn wintersportkleren onvindbaar zijn. De mijne zijn geen optie voor hem, veel te klein. Hij racet met zijn moeder naar de Decathlon, en komt met het koopje dat er nog was terug. Twee jaar geleden gingen we ook, hij, zijn broer en ik, naar Winterberg. Onze eerste keer. We waren weken aan het voorbereiden. Ik zie ons nog kleding passen in een andere winkel. We hadden de tijd van ons leven in de papsneeuw van die winter. En Hij? Hij gelooft dat het allemaal last minute kan – tegenslag bestaat niet. Zijn iPhone heeft ie wel weer aan de praat, en zijn grijns spreekt boekdelen.

Hoezeer ik het hem ook gun, al enkele weken loop ik met een onrustig gevoel rond. Studenten plus ski plus overmoed plus drank plus onbekende omstandigheden, dat is een garantie voor ongelukken. Hoor ik daar niet de stem van mijn eigen moeder? Ik sluit mijn ogen, en haal diep adem. ‘Blijven ademen, ontspannen’, prent ik me zelf in.

Ik besluit mijn laatste raadgevingen te beperken tot 2. ‘Je hebt deze week maar 2 opdrachten’, vertel ik in de auto. Hij zegt me voor: levend terug komen. Ik corrigeer hem: héél terug komen. Dat legt de lat iets hoger. Hij knikt. En de tweede, vraagt hij zich af? ‘Plezier maken’. Hij grijnst. Blijkbaar is dat zo vanzelfsprekend dat het niet eens in hem opkomt. Een volstrekt nutteloze opdracht. En toch fijn om het te zeggen. Ik hoop dat hij geniet, bij de beesten af.

‘En je weet het hé’, zegt hij als we nog 5 minuten te gaan hebben. ’Afzetten en wegwezen. Anders wordt het een beetje awkward.’ Ja ja. Een vader die zijn zoon wegbrengt, dat is pas gênant. ‘Op jouw leeftijd hoef je je daar toch niet meer druk over te maken’, probeer ik. Ik zet hem af, en zie de ene na de andere auto jongeren afzetten, die allemaal met grote tas naar hetzelfde plekje lopen. Ik rijd een rondje om om te keren, en ben stiekem blij dat me dat tot twee keer toe langs de verzamelplek van de groep brengt. Heel even zie ik hem nog, dan verdwijnt hij in de menigte. Ik hoop dat het niet het laatste is wat ik van hem zie. ‘Take care’, zei ik bij de laatste omhelzing een paar minuten daarvoor. In de auto terug voel ik me vreemd. Ontheemd. Ontredderd. Onsamenhangend. Maar ook open en kwetsbaar. Ik heb een zoon verloren, wil er niet nog een kwijt. Had ik niet moeten zeggen dat ik van hem houd?

Natuurlijk, het is projectie, mijn angst, alsof hij de last van het overlijden van zijn broer moet dragen voor mij. Alsof hij het leven moet hoog houden nu zijn broer gestorven is. Niet nodig. Het lonkende gevaar op de pistes trilt gewoon de liefde voor mijn zoons wakker. Daar krijgt hij nu een dubbele portie van. Als je liefde zou kunnen stapelen dan. Zelf zei hij het zo, bij het afscheid: ‘ik ga jou zo trots maken broer’.

Verlies maakt verbinding wakker. Het is raar, maar misschien moeten we wat vaker dingen verliezen. Het is het verlies dat ons verbindt. Zo ook: vaker vertrekken om aan te komen. Vaker dingen opgeven om iets wezenlijkers vast te pakken. Privileges. Overtuigingen. Bezit. Macht. Vaker bij leven sterven, om vreugdevoller te leven. Scherper waar te nemen. ‘Die before you die’, zeggen de boeddhisten. Dat te leven, elke dag.

Op de piste, feb 2022
Voor vertrek met Titia

5 gedachten over “Vertrek

  • 18 februari 2022 om 18:25
    Permalink

    Daar word ik wel even stil van. Zo begrijpelijk deze worstelingen.

    Beantwoorden
  • 23 februari 2022 om 16:56
    Permalink

    Wat doe je dit knap. Ik las in een interview met de schrijfster Julia Franck die haar grote liefde verloor door een fietsongeluk, dat ze de kinderen die ze veel later kreeg met een nieuwe liefde achterna fietste omdat ze het zó moeilijk vond hen los te laten. Het is voor heel veel ouders een worsteling, maar extra zwaar als je een kind verloren hebt. Bewonderenswaardig hoe je daarmee ‘klust’ in jezelf, en je zoon er niet mee belast. Prachtig, die levenslust van hem, het volstrekt vanzelfsprekende.

    Beantwoorden

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *