Dit ven beroerde zijn ogen. Zijn blik gleed over het zachte water, deze avondlucht bekoorde zijn zinnen. Hij hurkte om een foto te nemen van het roerloze oppervlak. Het was een van die momenten dat zowel Pepijn als Boris gegrepen werden door de schoonheid van de natuur. Die onuitspreekbare harmonie die als een vilten hamer een snaar raakt en het denken stil zet. De verwondering en aanbidding aan zet. Eerste kerstdag 2020, Groot Kolkven. We waren samen en genoten van ons drieën in de bossen bij Oisterwijk. Drie maanden later loop ik letterlijk in jouw schoenen. Sta waar jij stond. Jouw schoenen daar waar jij ooit hurkte. Ik denk jou er bij.





