De dans van lichaam en geest

Vlak na het overlijden van Pepijn, had ik, naast het gevoel van verlies, ook een gevoel van opluchting, en gedachten als: “héhé, nu hoef ik zijn kleren en andere zooi niet meer op te ruimen’’ En: ‘nu heb ik geen zorgen meer over zijn schoolkeuze’. Dingen die ik toch wel als belastend ervoer blijkbaar, want er was een gevoel van opluchting. Ik voelde ook schaamte en een schuldgevoel hierover.

Tot ik besefte dat mijn lichaam nog verkeerde in de modus van vóór zijn dood. Energetisch was ik nog behept met de bedrading, gewoonten en zorgen van vóór zijn dood. Mijn geest was al verder, en kende de nieuwe realiteit al.

Zo kon ik in de eerste maanden van het jaar ook ‘gewoon’ blijven werken, omdat de bedrading dat gewend was. Er was een modus operandus die gewoon voortjakkerde, ook nog gevoed door de adrenaline en de blikseminslag die het overlijden van Pepijn veroorzaakte. Ik voelde me wonderlijk helder. Na een maand of 4 begon die modus operandus te haperen. De draden die me overeind hielden begon te haperen. Ik voelde het, was me ervan bewust. Ik wist dat het beter was het werk neer te leggen. Het heeft me vervolgens nog een dag of 10 gekost om het besluit te nemen. Mijn lichaam liep toen voor op mijn geest.

Nu, na een zomerpauze van dik 2 maanden, merk ik hoeveel moeite het kost om aan de slag te gaan. De eerste week voelde zo mogelijk nog beroerder dan vóór de pauze. Ik schrok ervan. Tot ik me realiseerde dat de draden die me nog in beweging hielden vóór de pauze, nu echt weg zijn, en dus ook geen enkele steun meer geven. In zeker zin zit ik nu op ground zero. De bodem. Soms confronterend. Kwetsbaar. Maar ook een kans om nieuwe draden op de bouwen, een nieuwe modus operandus. Ik voel preciezer waar energie lekt, of mezelf overvraag. Nu goed opletten dus, geest en lichaam stap voor stap gelijk op laten gaan.

Het is een constante dans die ze met elkaar opvoeren. Soms weet de een al iets waar de ander nog naar gist; soms ijlt de ander na. En zoals het in ons zelf gebeurt, zo ook in de samenleving. Ik bezocht het theaterstuk ‘De Zaak Shell’. De schrijvers van het stuk stelden zich voor hoe zij, als toekomstige grootouders, over 30, 40 jaar met het schaamrood op de kaken moesten uitleggen aan hun kleinkinderen waarom ze zo traag waren geweest met het aanpakken van de milieuproblemen. We weten immers al lang dat we aan de bak moeten vanwege het klimaat. En toch doen we het niet. Als de samenleving een lichaam is, dan zijn diverse organen log en traag van begrip. Dat ik niet naar mezelf luister en me in de penarie zou werken is nog tot daar aan toe, dat we dat willens en wetens collectief ook doen, is onverteerbaar. Ik hoop geen Ground Zero van het klimaat mee te maken. De collectieve onzekerheid op die plek is zo immens, dat kunnen we niet eens aan. Waarom? Omdat we niet oefenen. Ik mag nu oefenen. Ik wil de kans grijpen.

De toekomst rust ontspannen uit, juli 2017
De toekomst zit met zijn hoofd heel ergens anders, juli 2017

Eén gedachte over “De dans van lichaam en geest

  • 19 september 2021 om 11:06
    Permalink

    Ben het boek van Gabor Maté aan het lezen, Wanneer je lichaam nee zegt. Jouw blog is er een heldere illustratie bij. En daarnaast een appel om mee te doen met oefenen.

    Beantwoorden

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *